Dorpstraat 14

Het woonhuis aan de Dorpstraat in Westerhoven is in 1923 gebouwd in een voor die tijd en landelijke omgeving karakteristieke stijl. Het gebouw is voorzien van opvallend siermetselwerk. Het hoofdvolume is opgetrokken vanuit een rechthoekige plattegrond onder een wolfdak. Haaks hierop is aan de straatzijde een volume met topgevel onder een zadeldak geplaatst. De kap heeft een borstwering. De omgaande houten dakgoot rust op geprofileerde consoles. De gevels zijn opgetrokken uit rode machinale baksteen en gemetseld in kruisverband op een omgaande, gemetselde plint van donkere baksteen. De plint wordt door middel van een rollaag van het opgaande metselwerk gescheiden. De kap is bedekt met rode Tuile Du Nordpannen. Op de nok zijn twee schoorschoorstenen aangebracht. Aan de achterzijde zijn achtereenvolgens twee eenlaags volumes achter elkaar opgetrokken onder een zadeldak. Deze zijn van later datum en zijn niet van monumentale waarde. De woning staat vrijstaand op een langgerekt, smal perceel. De woning is gelegen aan de Dorpstraat, de lintbebouwde hoofdstraat van het dorp Westerhoven.Het linkergedeelte van de voorgevel is voorzien van een tweeledig venster met 9-ruits bovenlichten. Het venster is voorzien van een strek en een lekdorpel van groen geglazuurde baksteen. Rechts daarvan bevindt zich de voordeur onder een ruime rondboog met rollaag. Aan weerskanten van de deur bevindt zich een venster. Boven de deur is in de ronde boog een zesruits venster met aan weerszijden twee tweeruits vensters. De betonnen brievenbus is verwerkt onder het raampje. De vensters hebben aan de onderzijde een lekdorpel van groen geglazuurde baksteen. Links bevindt zich onder de dakgoot een gemetselde overhoekse tandlijst. De risalerende ingestoken topgevel heeft op de begane grond een groot tweeledig venster met 9-ruits bovenlichten. Het venster is voorzien van een strek en een lekdorpel van groen geglazuurde baksteen. Het venster op de verdieping is een tweeledig venster met drieruits bovenlichten. Dit venster is voorzien van een lekdorpel van geglazuurde baksteen. Boven het kozijn is een rondboog in Tudorstijl. Het boogveld is opgevuld met siermetselwerk. Het overige gedeelte van de topgevel is opgevuld met siermetselwerk in de vorm van overhoekse bakstenen. De kozijnen zijn vernieuwd, maar waarschijnlijk met dezelfde roedeverdeling als de oorspronkelijke vensters. Ter hoogte van de balklaag zijn sierankers aangebracht. De begane grond is voorzien van twee vensters zoals aan de voorzijde. De verdieping telt twee vensters met 8-ruits bovenlicht. Onder de dakrand loopt een koppenlaag. De gevel is op de begane grond voorzien van twee venster zoals in de voorgevel. Op de verdieping zijn onder het wolfeind twee vensters met 6-ruits vensters. Ter hoogte van de balklaag zijn muurankers aangebracht. Als gevolg van het ontbreken van toestemming van de eigenaar om het perceel te betreden, kon de achtergevel niet worden onderzocht.