Milieuvisie Bergeijk 2020-2029

De Milieuvisie omschrijft de lange termijn doelstellingen die de gemeente Bergeijk heeft met betrekking tot landelijke wetgeving en milieuthema’s die invloed hebben op de leefomgeving. De Milieuvisie geeft aan hoe de gemeente Bergeijk zich wil inzetten voor het creëren en behouden van een gezonde, veilige en schone leefomgeving, voor en met haar inwoners. Op basis van een gesprek met de raad is gekozen voor een compacte en flexibele visie als handvat voor de toekomst.

Inleiding

De Milieuvisie omschrijft de lange termijn doelstelling die de gemeente Bergeijk heeft met betrekking tot de milieuthema’s die invloed hebben op de leefomgeving. Hiermee heeft het college en de raad een handvat als het gaat om de toekomstige ontwikkeling van de leefomgeving met betrekking tot milieuthema’s.

De huidige Milieuvisie had een looptijd tot en met 2018. In de afgelopen 4 jaar zijn er veel ontwikkelingen geweest die hun doorwerking hebben op deze Milieuvisie. Denk daarbij bijvoorbeeld aan het programmaplan BErgeijkENERGY, de Gemeentelijke geurverordening, de gebiedsvisie geurhinder en veehouderij Bergeijk en een kadernota Grondstoffen. Deze plannen beschrijven ambities en doelstellingen. Om te zorgen voor afstemming tussen de verschillende ontwikkelingen en de daarbij behorende ambities van de gemeente is er met College en Raad in mei 2019 besproken wat wenselijk is in de Milieuvisie.

Conclusie na het gesprek met de raad is dat de oude Milieuvisie 2014-2018 op grote lijnen voldoet. Over het idee van een compacte en flexibele visie als handvat voor de toekomst van een gezond, schoon en veilig Bergeijk is men tevreden. Hieruit volgt het voorstel om nu voor een lange termijnvisie 2019-2029 te kiezen. Wederom te kiezen voor een smalle en compacte visie. Met het idee dat we na 5 jaar de visie evalueren en mogelijk moeten bijstellen volgens de dan heersende ideeën, inzichten en stand van de techniek.

Doel van de mileuvisie

Belangrijkst doel van de Milieuvisie is een beeld te geven van hoe de gemeente Bergeijk zich wil inzetten voor en met haar inwoners voor een gezonde, veilige en schone leefomgeving en deze waar nodig te creëren en te behouden.

De Milieuvisie als kapstok

Het Rijk en de provincie Brabant stellen op veel gebieden kaders die leidend zijn voor een gezonde, veilige en schone leefomgeving. Deze regelgeving volgt gemeente Bergeijk. Maar binnen de mogelijkheden die de gemeente heeft om sturing te geven, wil de gemeente Bergeijk met de Milieuvisie een signaal af geven om het belang te benadrukken dat zij hecht aan een gezond, veilig en schoon Bergeijk.

In deze Milieuvisie worden dan ook niet veel nieuwe zaken belicht maar er komen wel zaken aan de orde die de gemeente belangrijk vindt voor de Bergeijkse leefomgeving. De invulling van de Milieuvisie is ingegeven door het onderliggende beleid en de daarbij behorende doelen. De Milieuvisie is van onderaf opgebouwd. Het onderliggende beleid op het gebied van milieu zoals bijvoorbeeld bodem, lucht, geur, geluid, radioactieve straling, externe veiligheid, water, klimaat en afval is het uitgangspunt (zie figuur 2: samenvatting). Hier wordt immers in beschreven wat het doel is en belangrijk wordt gevonden bij het aangegeven beleidsterrein. De doelen zijn vervolgens bij elkaar gezet in figuur 1 (zie figuur1 Samenvatting).

De Milieuvisie is zo een overkoepelend beleidsdocument dat richting geeft aan het beleid en het handelen van de gemeente Bergeijk tot 2029. Directe veranderingen en aanpassingen vinden dan ook vooral plaats in het onderliggende beleid. Deze milieuvisie dient als kapstok.

In vergelijking met de voorgaande milieuvisie zijn er een groot aantal thema’s gebleven. Het is echter een opsomming van thema’s geworden en niet meer gegroepeerd naar: milieu, afval en energietransitie. Hiervoor is gekozen omdat er veel overlap is tussen de thema’s onderling. Bijvoorbeeld Schaliegas is een onderwerp dat veranderingen in de bodem teweegbrengt maar ook te maken heeft met de keuze voor duurzame energiebronnen.

Wat ook veranderd is zijn de accenten in de thema’s. Klimaat staat nog wat hoger op de agenda en dat heeft ook zijn doorwerking bij de gemeente. In het programma BErgeijkENERGY werken we aan de energietransitie en zo aan de mitigatie van de klimaatverandering. Maar ook de klimaatadaptatie zal de komende jaren vorm krijgen in het beleid. Daarnaast is een nieuw thema de kringlooplandbouw. Deels ook ingegeven door het feit dat ons klimaat veranderd.

In dit document geeft de gemeente Bergeijk haar visie over de beleidsthema’s die van belang zijn vanuit milieuoogpunt voor een gezond, veilig en schoon Bergeijk. Deze begrippen kunnen heel breed geïnterpreteerd worden, maar de gemeente kiest voor een compacte visie. De bestaande beleid(-stukken) worden als uitgangspunt gebruikt.

Bergeijk: Gezonde, veilige en schone leefomgeving

Schone lucht, een goede bodem- en waterkwaliteit, maar ook een groene omgeving heeft een bewezen gunstige invloed op de gezondheid en het welbevinden van mensen. Een gezonde, veilige en schone leefomgeving vraagt ook om circulair afvalbeheer, bescherming tegen geluidhinder en het zoveel mogelijk beperken van de risico's die worden veroorzaakt door gevaarlijke stoffen.

Ook de klimaatverandering heeft invloed op de leefomgeving. Hierom is vermindering van emissies van broeikasgassen nodig om onze wereld leefbaar te houden. De uitstoot van al deze gassen heeft effect op het klimaat. Daaraan moeten we ons aanpassen om hittestress, verdroging en wateroverlast te voorkomen.

Deze Milieuvisie beschrijft in grote lijnen de visie/ ambitie die de gemeente Bergeijk heeft met betrekking tot de milieuthema’s voor de komende 10 jaar. De doorwerking hiervan met de aanpak hoe deze ambitie te verwezenlijken is, is terug te vinden in de verschillende onderliggende thematische programma- en uitvoeringsplannen.

Er kunnen heel veel onderwerpen onder het begrip milieu gebracht worden. In dit stuk willen we de visie zoals gezegd “compact” houden, met het huidige beleid en beleidsstukken als uitgangspunt.

Maar milieuthema’s moeten ook integraal bekeken worden. Er is overlap tussen de diverse hieronder beschreven thema’s maar ook met diverse andere onderwerpen, zoals bijvoorbeeld biodiversiteit, gezondheidsbevordering, verkeersveiligheid en drugsdumpingen. Biodiversiteit en de aanwezigheid van groen levert een belangrijke bijdrage aan de doelstelling gezond, veilig en schoon Bergeijk maar nemen we nu (nog) niet mee in deze Milieuvisie. Het groen is vastgelegd in gemeentelijkbeleid zoals het Bomenplan, Bomenkapbeleid, Bosbeheerplan en Groenstructuurplan.

Mocht het nodig zijn dan kunnen we later deze visie nog uitbreiden met andere thema’s.
We kiezen er nu voor om in deze Milieuvisie de volgende thema’s aan bod te laten komen:

a. Bodem
b. Kringlooplandbouw
c. Lucht
d. Geur
e. Geluid
f. Radioactieve straling
g. Externe veiligheid
h. Grondstoffen
i. Klimaat
j. Water/riool

Overzicht verschillende milieuthema's met onderliggend beleid en wetgeving en de bijbehorende doelstellingen
Milieuthema's/
beleidsterreinen

Beleid en
wetgeving (B/W)

Doelstellingen
BodemWet bodembeschermingWaarborgen kwaliteit bodem
 Bodemkwaliteitskaart 2016-2021Waarborgen kwaliteit bodem

Kringloop-
landbouw

Mogelijk nieuw beleidReguliere focus op circulaire voedselketens
LuchtWet milieubeheerVoorkom schadelijke gevolgen van luchtverontreiniging
 Plan van Aanpak Aandachtslocaties Bergeijk 2016Risico op overlast te beperken
 

B Edotoxine toetsingskader bij (milieu)
vergunningverlening veehouderij 2017

Biedt toetsingskaders endotoxine om de risico’s op de gezondheid aanvaardbaar te maken
 B Handreiking Veehouderijen gezondheid 2.0, 2018Voorkomen risico gezondheid door veehouderij
 B Omgekeerde werking geitenmoratorium 2018Voorkomen risico gezondheid door geitenhouderij
GeurW Wet geurhinder en veehouderijVoorkomen geuroverlast door veehouderijen
 B Gebiedsvisie geurhinder en veehouderij Bergeijk 2017/verordening geurhinder en veehouderij Bergeijk 2017Voorkomen geuroverlast door veehouderijen
GeluidW Wet geluidhinderVoorkomen geluidoverlast door industrielawaai
 Wet luchtvaart en geluidVoorkomen geluidoverlast in de omgeving van luchthavens
 Deelname uitvoeringstafel over nieuwe afspraken luchthaven besluit Eindhoven AirportVoorkomen geluidoverlast van Eindhoven Airport in onze gemeente 
Radioactieve stralingRadioactieve straling dossiers volgenMJHP: Veiligheid + gezondheid voor burgers beschermen
Externe veiligheidLandelijke RisicokaartBevorderen van de veiligheid
 Regionale RisicokaartBevorderen van de veiligheid
 B Beleidsvisie Externe Veiligheid 2009Veiligheid en gezondheid waarborgen t.a.v. gebruik en opslag gevaarlijke grondstoffen
GrondstoffenMRE Manifest voor een afvalloze samenleving 2012Maximaal 5% restafval / 20 kg per inwoner in 2020
 B Strategienotitie ‘van afval naar grondstof in 2020’Tot stand brengen van een circulaire economie
 B Kadernota grondstoffen 2019Circulaire economie, hoogwaardige grondstoffen in (lokale) kringloop, circulaire hotspot
 B Afvalstoffenverordening 2018Bescherming milieu, duurzaam omgaan met grondstoffen, optimaliseren reststromen
 B Raamovereenkomst verpakking 2013-2022 zwerfafvalvergoedingGescheiden inzameling glas, papier en karton, hout, metalen en kunststof + aanpak zwerfafval
 Motie statiegeldalliantie 2018Verminderen van zwerfafval in de vorm van plastic flessen (PET) 
KlimaatNationale klimaatakkoord49% CO2 besparing in 2030
 Regionale Energie Strategie (RES)49% CO2 besparing in 2030
 B Klimaatvisie De Kempen 2009Kempen energieneutraal 2025
 B Haalbaarheidsonderzoek grootschalige zonne- en windenergie De KempenVoorkomen van windmolens en zonnevelden op ongewenste locaties onder ongewenste voorwaarden
 B BErgeijkENERGY 2018-2022Bergeijk energieneutraal
 Motie schaliegas 2018Fossiele brandstoffen geen optie
 B Klimaatadaptatie: Beleid in ontwikkelingKlimaatbestendig en water robuust handelen
Water/rioolVerbreed GRP Bergeijk 2015-2019Inzameling, transport, stedelijk afvalwater en regenwater
Bodem

Verontreiniging van de bodem beperkt de gebruiksmogelijkheden en brengt risico's mee voor de volksgezondheid, planten en dieren.

De bodemkwaliteitskaart is een kaart waarop bodemkwaliteit wordt aangegeven voor de verschillende zones in een gebied. Met de bodemkwaliteitskaart kunnen we zonder een bodemonderzoek binnen de gemeentegrenzen de grond verplaatsen mits de kwaliteit dat toelaat.
Als er bij werkzaamheden grond van buiten de gemeentegrenzen wordt toegepast dan moet deze grond onderzocht worden of deze wel geschikt is voor het doel waar de grond voor bedoeld is. Bijvoorbeeld grond om op te bouwen heeft een andere kwaliteit dan grond onder wegen.

In de Wet bodembescherming staan de voorwaarden voor het beschermen en saneren van de bodem. De Wet bodembescherming is één van de vele wetten die onderdeel gaat uitmaken van de Omgevingswet. Dit betekent dat straks de gemeente bevoegd gezag is voor de algehele bodemkwaliteit van de bodem inclusief alle verontreinigingen. Nu is bevoegd gezag voor alle verontreinigingen van voor 1987 nog de provincie.

In Bergeijk doen zich geen grote bodemproblemen voor.
Voor de bodem onder de Molenakkers is een monitoringsprogramma afgesproken met de provincie. Dit komt voort uit een bodemsanering die in 2007 is uitgevoerd ten behoeve van de ontwikkeling van het Molave-terrein en het daarop vastgestelde saneringsplan.

In de gemeente komen zinkassen voor, maar veel is al gesaneerd. Op locaties waar nog zinkassen worden gevonden, worden deze opgeruimd als deze een gevaar vormen voor de gezondheid. In het sommige gevallen mag de verontreiniging blijven liggen. Bijvoorbeeld bij graafwerkzaamheden voor kabels en leidingen (glasvezel) waar een tijdelijke uitnamen van de grond plaatsvindt. Deze wordt later weer teruggestort.

In 2019 is bekend geworden dat de PFAS stoffen (onder andere PFOA, GenX en PFOS) zich zeer makkelijk verspreiden naar lucht, oppervlaktewater, bodem en het grondwater. Omdat deze stoffen giftig zijn en niet genormeerd zijn in de Wet bodembescherming dreigen herinrichtingsprojecten en ‘gewoon’ grondverzet fors te stagneren en geheel tot stilstand te komen. De ODZOB start een onderzoek om de waarden voor alle gemeenten vast te leggen. Gemeente Bergeijk gaat ook deelnemen in dit onderzoek. In (sommige) gemeenten zal dit leiden tot vervolgonderzoek. 

Kringlooplandbouw

In 2018 presenteerde het Rijk haar visie ‘Landbouw, Natuur en Voedsel: Waardevol en Verbonden; Nederland als koploper in kringlooplandbouw’. Hierin wordt de omslag naar kringlooplandbouw beschreven en wat het van Nederland zal vragen, om de toekomst van onze voedselvoorziening veilig te stellen.

In de rijksvisie wordt kringlooplandbouw als volgt uitgelegd:
In een stelsel van kringlooplandbouw gebruiken akkerbouw, veehouderij en tuinbouw in de eerste plaats grondstoffen uit elkaars ketens en reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie en voedingsketens. Die circulaire ketens kunnen verschillend zijn ingericht: binnen een bedrijf, een regio, Nederland of grensoverschrijdend. Het motto is: lokaal wat kan, regionaal of internationaal wat moet. Resten uit de agrarische sector en de voedselketen (gewasresten, voedselresten, procesafval, mest, compost) worden opnieuw benut of verwerkt tot nieuwe (hulp)producten. Kringloopbedrijven verbruiken zo min mogelijk energie en gebruiken zo veel mogelijk hernieuwbare energie.

De visie op kringlooplandbouw sluit aan bij doelstellingen uit het Klimaatakkoord: Eén van de doelstellingen voor de landbouw betreft het bevorderen van (regionale) grondgebondenheid alsook het sluiten van kringlopen.

In de (ontwerp)Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is kringlooplandbouw ook benoemd als één van de beleidskeuzes waarop gestuurd wordt. Oost-Brabant is vermeld als potentieel ‘NOVI-gebied’, een gebied waar een omvangrijke opgave speelt, waarvoor extra aandacht nodig is bij het door ontwikkelen van een gebiedsgerichte werkwijze. Voor Oost-Brabant betreft dat de transitie van hooggelegen zandgronden, waar de intensieve veehouderij een belangrijke rol speelt. De uitgangspunten van kring-looplandbouw en de aandacht voor Oost-Brabant als NOVI-gebied komen ook aan de orde in het door de Metropool Regio Eindhoven opgestelde Regionaal Streefbeeld van ons landelijk gebied.

Op lokaal schaalniveau blijkt uit kleinschalige initiatieven van ondernemers al regelmatig aandacht voor de uitgangspunten van kringlooplandbouw. Daarbij kan gedacht worden aan het onderzoeken van mogelijkheden voor agroforestry en duurzame veehouderij.

Regionaal kunnen in een samenwerkingsverband mogelijkheden voor kringlooplandbouw worden onderzocht. Door de regionale samenwerking op gebied van de transitie van het landelijk gebied te intensiveren kan Bergeijk samen met andere stakeholders onderzoeken wat er nodig is om de kringlooplandbouw in de regio te faciliteren en stimuleren. Stakeholders zijn bijvoorbeeld de andere Kempengemeenten, de ZLTO en banken en bedrijven die in de regio actief zijn. Zo kunnen nieuwe initiatieven gericht op kringlooplandbouw ontstaan, die een voorbeeld kunnen zijn voor andere regio’s.

De uitwerking van deze regionale samenwerking krijgt vorm in de omgevingsvisie en de Strategische Agenda van de Kempen, onderdeel Transitie Landelijk Gebied.

Lucht

Om inwoners te beschermen tegen de schadelijke gevolgen van luchtverontreiniging is er wet- en regelgeving van de overheid om te zorgen voor een goede luchtkwaliteit. De belangrijkste is de Wet milieubeheer, titel 5.2: luchtkwaliteitseisen.

De verontreiniging kan afkomstig zijn van verschillende bronnen. Denk hierbij aan het gemotoriseerde verkeer, industriële en agrarische inrichtingen en achtergrondconcentraties van verontreinigende stoffen. Fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2) zijn de belangrijkste stoffen in de luchtkwaliteitsregelgeving.

Vanuit Europese regelgeving rust op Nederland een taak ten aanzien van luchtkwaliteit (fijnstof, NOx). De gemeente zal de acties die uit die regelgeving volgen, ten uitvoering brengen, teneinde de luchtkwaliteit te verbeteren.

Op het gebied van luchtkwaliteit en gezondheid voor onze inwoners hebben we in Bergeijk vooral aanvullend beleid op de effecten van veehouderijen.

In dit kader is het goed om het Programma Aanpak Stikstof (PAS) te noemen. PAS is een programma om de uitstoot van stikstof terug te dringen. Echter op 29 mei 2019 heeft de Raad van State geoordeeld dat het Programma Aanpak Stikstof (PAS) niet als basis voor toestemming voor activiteiten mag worden gebruikt. Er moet nu een nieuw systeem bedacht worden waarbij rekening wordt gehouden met de daadwerkelijke uitstoot van stikstof. Ook voor Bergeijk zal dit gevolgen hebben.

Endotoxine

Endotoxinen zijn celwandresten van bacteriën, afkomstig uit de varkens- en pluimveehouderij. Endotoxinen zijn gehecht aan fijnstof en worden zo verspreid in de omgeving. De onderzoeken naar veehouderij en gezondheid van omwonenden wijzen op risico’s van deze endotoxinen op de gezondheid. Voor endotoxinen is nog geen wettelijke norm vastgesteld. De Gezondheidsraad stelde in 2012 een advieswaarde op voor omwonenden van 30 endotoxine units (EU) per m3 .

Het college van Burgemeester en Wethouders van Bergeijk heeft op 31 januari 2017 besloten het “Endotoxinetoetsingskader 1.0 te hanteren bij het verlenen van omgevingsvergunningen aan veehouderijen. Dit toetsingskader is opgesteld door het Ondersteuningsteam Veehouderij en Volksgezondheid in samenwerking met de 3 Brabantse omgevingsdiensten, de provincie, de GGD en enkele gemeenten en biedt een overzicht van vast aan te houden afstanden tussen een pluimvee- en varkenshouderij en omliggende gevoelige objecten. Uit toetsing aan het Endotoxine toetsingskader 1.0 blijkt of er wel of geen sprake is van een overschrijding van de advieswaarde van de Gezondheidsraad.

Handreiking veehouderij en gezondheid 2.0

Bij een vergunningaanvraag is het van belang de gezondheid van omwonenden van een veehouderij mee te nemen bij de besluitvorming, ook als daar geen landelijk of wettelijk verankerd toetsingskader voor beschikbaar is. Met andere woorden, indien door het in werking zijn van de inrichting c.q. door de emissie van stoffen uit de stallen risico’s voor de volksgezondheid kunnen ontstaan, moeten deze risico's bij de beoordeling van de aanvraag worden betrokken.

Het beleid is 21 juni 2018 geactualiseerd door de “Handreiking veehouderij en gezondheid 2.0” vast te stellen.

Geitenmoratorium

Uit de studies naar Veehouderij en Gezondheid Omwonenden (2016/2017) bleek een verhoogde kans op longontsteking bij mensen die binnen 2 km van een geitenhouderij wonen. De oorzaak daarvan is tot op heden onbekend en wordt onderzocht.

Om bij realisatie van gevoelige objecten in de nabijheid van een geitenhouderij een zorgvuldige afweging te kunnen maken over het woon- en leefklimaat heeft het college van Burgemeester en Wethouders van Bergeijk in juli 2018 de notitie ‘Omgekeerde werking geitenmoratorium’ vastgesteld. Dit document biedt richtlijnen voor het maken van deze afweging.

Het uitgangspunt is dat woningbouw binnen 2 km van een geitenhouderij, maar niet dichter bij de geitenhouderij dan al bestaande woningen, acceptabel is, omdat de totale gezondheidslast niet toeneemt en omdat bepaalde kleine risico’s geaccepteerd worden. Ook zijn er beperkingen in de richtlijnen opgenomen, bijvoorbeeld voor het bouwen voor gevoelige groepen.

Geur

Geur is een belangrijk milieuthema bij veehouderijen en voor omwonenden. Veehouderijen kunnen geurhinder veroorzaken vanwege geur afkomstig van de dierenverblijven, mestbassins, mestverwerking, productie en opslag van voer. Dit kan in de leefomgeving hinder veroorzaken en vormt daarom ook indirect een risico voor de volksgezondheid.

De Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) is het toetsingskader voor de omgevingsvergunning milieu voor het aspect geurhinder van dierenverblijven van veehouderijen. Met minimumafstanden en maximale waarden voor geurbelasting krijgen geurgevoelige objecten bescherming tegen geurhinder.

In de Gebiedsvisie geurhinder en veehouderij Bergeijk, onderzoek naar geurhinder, d.d. 7 februari 2017 is onderzocht waar in de gemeente Bergeijk aanpassing van de normstelling en/of vaste afstanden nodig is. Conform hetgeen de Wgv verlangt, is daarvoor gekeken naar mogelijke toekomstige ontwikkelingen; zijn er veehouderijen die nog kunnen toenemen in geuremissie, is dit aanvaardbaar of kunnen daarvoor nieuwe overbelaste situaties ontstaan. Op basis van deze gebiedsvisie is op 30 maart 2017 door de gemeenteraad de Verordening geurhinder en veehouderij Bergeijk 2017 (geurverordening) vastgesteld. Deze geurverordening biedt de toetsingskaders voor geurbelasting bij het verlenen van omgevingsvergunningen aan veehouderijbedrijven.

Op basis van de Omgevingswet zullen de geurnormen te zijner tijd moeten worden opgenomen in het omgevingsplan.

Geluid

Hard, aanhoudend of ongewenst geluid kan hinderlijk zijn en gezondheidsproblemen als slapeloosheid veroorzaken. Om burgers hiertegen te beschermen moet de gemeente bij ruimtelijke ontwikkelingen en vergunningverlening rekening houden met geluidsnormen. 

De grootste geluidsbelasting treedt op nabij wegen, spoorwegen en de aan- en uitvliegroutes. Toch staat in Nederland geluid van buren op nummer 2 van hinderlijke geluidsbronnen.
Voor geluidsoverlast van buren bestaan geen landelijke regels. Maar zoals in de meeste gemeenten is er ook in Bergeijk een verbod om ernstige geluidsoverlast te veroorzaken voor buren en andere omwonenden. (Artikel 2:79 APVm woonoverlast als bedoeld in artikel 151d Gemeentewet).

In de Wet geluidhinder staan regels voor industrielawaai. Bijvoorbeeld hoeveel geluid bedrijven op een industrieterrein mogen maken. Voor bedrijven op andere plekken staan de regels in het Activiteitenbesluit regels over geluid. Op basis van zonering wordt er op die manier bescherming geboden tegen geluidsoverlast. De Wet geluidhinder is een wettelijk beoordelingskader bij vooral het vaststellen van bestemmingsplannen en het verlenen van Omgevingsvergunningen "Afwijken bestemmingsplan".

Geluidsoverlast van verkeer is de grootste bron van geluidshinder. Het Rijk, provincies en een aantal gemeenten brengen om de 5 jaar geluidsbelasting in kaart. Zij berekenen dan hoeveel lawaai snelwegen, treinen en vliegtuigen maken. Zo voldoet Nederland aan de Europese Richtlijn omgevingslawaai. Deze richtlijn is opgenomen in de Wet milieubeheer en in de Wet luchtvaart.
Op dit moment worden regels m.b.t. geluid op verschillende plekken geregeld. Met de komst van de Omgevingswet krijgt de gemeente de mogelijkheid om in bepaalde gevallen en binnen grenzen, zelf normen te stellen. Deze zullen dan een plek moeten krijgen in het omgevingsplan. Vooralsnog worden de landelijke regels zoals die nu gelden aangehouden.

Het beleid van de overheid is erop gericht om het ontstaan van geluidhinder zoveel mogelijk te voorkomen, maar ook om geluidhindersituaties die al langer bestaan aan te pakken. Dit laatste staat bekend als de sanering verkeerslawaai.

Geluidsanering kan bestaan uit gevelmaatregelen, maar in sommige gevallen ook uit het aanleggen van een stil wegdek of een geluidscherm. In Bergeijk zal de komende jaren gewerkt worden aan de sanering van een aantal woningen die bekend staan als de woningen die op de B-lijst staan en eindmelding woningen. Op de B-lijst staan saneringswoningen die op 1 maart 1986 een geluidbelasting vanwege wegverkeerslawaai ondervonden van 60 dB(A) tot en met 64 dB(A) en waar gevelmaatregelen door de gemeente destijds als enige oplossing werd gezien. In 2005 is bepaald dat gemeenten tot 1 januari 2007 de tijd hadden om alle saneringssituaties vanwege railverkeerslawaai die nog niet eerder gemeld waren, alsnog te melden. Voor wegverkeerslawaai werd deze datum enige jaren later bepaald op 1 januari 2009. De operatie waarmee de gemeenten deze laatste nog niet gemelde saneringssituaties konden aanmelden wordt de Eindmelding genoemd.
Voor het opstellen van een plan van aanpak om deze woningen te saneren hebben we een subsidie gekregen van Bureau Sanering Verkeerslawaai (BSV). Voor 1 mei 2020 zal de ODZOB het saneringsplan opstellen. Dan is duidelijk welke woningen in aanmerking komen voor sanering. Daarna start de sanering.

Geluidsoverlast bij aan-en uitvliegroutes speelt in onze gemeente door de ligging van Eindhoven Airport. In de Wet Luchtvaart en geluid worden beperkingen geregeld t.a.v. geluidhinder. Bij luchthavens van nationale betekenis (zoals Eindhoven) staan de grenswaarden voor geluid in luchthavenbesluiten. Binnen het Luchthavenbesluit is een gebruiksvergunning gedefinieerd waarin de beperkingen worden opgelegd.
Het aantal vluchten van Eindhoven Airport is de afgelopen jaren flink gegroeid. De huidige gebruiksvergunning loopt eind 2019 af. Bekeken moet worden wat hierna met de luchthaven gaat gebeuren.
Belangrijk is om een balans te vinden tussen economie en milieu, gezondheid en geluidsoverlast.
In de Uitvoeringstafel Eindhoven Airport worden o.a. het aantal vluchten, de routes en de start- en landingstijden gemonitord. Gemeente Bergeijk neemt actief deel in deze Uitvoeringstafel, die tot eind 2019 zal bestaan. Vanaf 2020 volgt een nieuwe structuur om alle ontwikkelingen te volgen en te monitoren.

Recent heeft de Proefcasus Eindhoven Airport een advies opgesteld over de toekomst van deze luchthaven. Dit is in samenspraak met alle belangengroepen tot stand gekomen. Het advies is om niet meer te sturen op aantallen vluchten, maar op de hoeveelheid geluidsbelasting en om hierbij te komen tot een reductie van 30% in 2030. Het advies is overhandigd aan de minister van I&W.
Daarnaast is vanuit de regio een ‘Stuurgroep na 2019’ gestart, waarin vanuit de Kempen Eersel is vertegenwoordigd.
Tevens wil Bergeijk graag geluid meten in Riethoven/Walik. Mogelijk kunnen we daarvoor aansluiten op een Regionaal Meetnet Luchtkwaliteit.

Radioactieve straling

Bergeijk is sinds 2010 actief betrokken bij het dossier Kernafval, naar aanleiding van berichten uit de Belgische media ten aanzien van overheidsplannen om over te gaan tot definitieve ondergrondse berging van Belgisch kernafval in Dessel, België. De bouw van een ondergrondse berging is echter op zijn vroegst gepland in 2025, maar vanaf 2030 wordt meer realistisch geacht.
Bergeijk heeft proactief geacteerd en kennis vergaard over het dossier door in contact te treden met NIRAS (Nationale Instelling voor Radioactief Afval en verrijkte Splijtstoffen), COVRA (Centrale Organisatie Voor Radioactief Afval), de Belgische overheid, de provincie Noord-Brabant en het ministerie van I&M.

De ontwikkelingen op dit dossier zijn beperkt geweest in de afgelopen jaren. De gemeente blijft kritisch op het proces van kernafval, maar wel in open dialoog met de betrokkenen.

Externe veiligheid (EV)

Externe veiligheid gaat over de risico's voor mens en milieu bij gebruik, opslag en vervoer van gevaarlijke stoffen. De Risicokaart is een wettelijke verplichting om burgers, beleidsmakers en beleidsuitvoerders inzicht te geven in de aanwezige risico’s en risicosituaties in de leefomgeving en wordt door de provincie gemaakt. Door deze informerende verantwoordelijkheid heeft de Risicokaart als doel het bevorderen van de veiligheid. Als basis voor die data en informatie dienen de zogenoemde regionale risicoprofielen. De veiligheidsregio’s zijn verantwoordelijk voor de regionale risicoprofielen. Bergeijk neemt deel in de veiligheidsregio Zuidoost-Brabant.

Het bestuur van de veiligheidsregio is verplicht om het risicoprofiel te bespreken met alle deelnemende gemeenteraden. Gemeenteraden hebben via het concept van het risicoprofiel directe invloed op het beleid van de veiligheidsregio. Zij kunnen het concept risicoprofiel aanvullen met eigen onderkende risico's en kunnen lokale beleidsprioriteiten en veiligheidsthema's naar voren brengen.

Uit de beleidsvisie Externe Veiligheid (2009) volgt dat “het gemeentelijke externe veiligheidsbeleid gericht is op het beperken van de risico’s die burger in Bergeijk kunnen lopen als gevolg van activiteiten met gevaarlijke stoffen, met als doel een veiliger woon-, werk- en recreëerklimaat”. Dit is nog steeds het uitgangspunt.

Grondstoffen

Ook de manier waarop de gemeente Bergeijk wil omgaan met het aangeboden afval is belangrijk voor een gezond, schoon en veilig Bergeijk. Het continue afdanken van materialen en producten leidt tot milieuvervuiling. Rechtstreeks of via verbranding van afval komen schadelijke stoffen in onze leefomgeving terecht, waardoor aantasting van de gezondheid dreigt. Ook afval en emissies tijdens productieprocessen dragen hieraan bij.

Dit is één van de redenen waarom we samen met de andere Kempengemeenten ernaar streven om zoveel mogelijk grondstoffen met een hoge kwaliteit in de (lokale) kringloop te houden. Een goede afvalscheiding is daarvoor essentieel. Dit resulteert automatisch in zo min mogelijk restafval, wat we moeten verbranden.

Naast de invloed die afvalstoffen op ons milieu kunnen hebben, wordt de behoefte aan grondstoffen ook steeds groter door een groeiende en welvarende wereldbevolking. Ook vanuit economisch perspectief is het steeds meer een noodzaak om afval te scheiden en geschikt te maken voor hergebruik.

In dit kader hebben in 2012 de toenmalige wethouders van de MRE-gemeenten een manifest ondertekend waarin het streven is vastgelegd om in 2020 nog maar maximaal 5% restafval te hebben, ofwel 95% grondstoffen (= 20 kg per inwoner) in te zamelen. Het manifest geldt nog steeds.

Om dit te bereiken moet een verdere scheiding van materiaalstromen (grondstoffen) plaatsvinden. In vervolg daarop hebben de colleges van de Kempengemeenten in 2013 de strategienotitie “Van afval naar grondstof” vastgesteld, met als doel “het tot stand brengen van een circulaire economie”. Dit is een op economie gebaseerde maatschappelijke waardecreatie waarin onder meer energie en grondstoffen op hernieuwbare en schone wijze worden ingezet in een lokale omgeving. Daarbij willen de gemeenten ook gelijktijdig werk maken van integrale duurzaamheid, re-integratietrajecten, het stimuleren van burgerparticipatie en lokale bedrijven.

De hoeveelheid restafval is sinds 2012 sterk afgenomen (zie figuur afvalinzameling). Bergeijk scoort goed op het gebied van scheiding en de overgebleven hoeveelheden restafval. In 2018 was het percentage 14% restafval (grof en fijn restafval) (65 kg) per inwoner. Gemiddeld wordt er in Nederland 206 kg restafval per inwoner ingezameld. De gemotiveerde inzet van de inwoners en Diftar heeft ervoor gezorgd dat we zulke mooie resultaten bereiken.

Om het restafval nog verder te laten afnemen is meer nodig. We halen dit niet in 2020. Maar het streven om 5% restafval te halen is er nog steeds. We willen dit bereiken door inwoners nog beter te faciliteren in het gescheiden aanbieden van grondstoffen. De kaders hiervoor hebben de raden van de Kempengemeenten in 2019 in de “Kadernota Grondstoffenbeleid” vastgesteld. In deze kadernota staan de ambities en de doelen voor de komende 10 jaar die de Kempengemeenten willen bereiken en stellen we de kaders voor.

Sinds 2003 werken de Kempengemeenten intensief samen op het vlak van huishoudelijk afvalbeheer, met als doelstelling om afvalbeleid en -uitvoering zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen. We willen deze samenwerking behouden en nog verder versterken. Door kennisuitwisseling worden we individueel sterker; door krachten te bundelen in aanbestedingen zijn we een aantrekkelijke partij voor lokale/regionale partijen. Periodiek is er een bestuurlijk afstemming in het Milieuoverleg de Kempen (MOK). De doelstellingen kunnen alleen samen bereikt worden.

Zwerfafval

In het kader van een schoon Bergeijk wordt zoveel mogelijk voorkomen dat de leefomgeving vervuild wordt met rondslingerend afval. Met behulp van middelen die beschikbaar zijn uit de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2022, worden vrijwilligers die zwerfafval opruimen ondersteund. Ook scholen kunnen deelnemen aan het zwerfafval programma.
Daarnaast worden er in Bergeijk voorzieningen getroffen die ervoor zorgen dat zwerfafval wordt voorkomen zoals de ophanghaken voor de PMD-zakken die in 2018 en 2019 aan de lantaarnpalen in Bergeijk zijn bevestigd.

In 2018 is in de Raad de motie aangenomen om Bergeijk te laten aansluiten bij de Statiegeldalliantie. Hiermee wordt de regering opgeroepen om statiegeld op Plastic (PET) flessen en op blikjes in te voeren.

Klimaat

Een belangrijk thema op Europees-, rijks-, provinciaal en lokaal niveau is het klimaat. In navolging van het klimaatakkoord van Parijs stelt in het Rijk in het najaar 2019 het nationale Klimaatakkoord vast. Hiermee worden maatregelen en afspraken vastgelegd om de nationale broeikasgasuitstoot in 2030 met 49% terug te dringen ten opzichte van 1990. Met als uiteindelijk doel nog nauwelijks broeikasgassen uit te stoten in 2050 ten opzichte van 1990.

Ons klimaat verandert door de grote hoeveelheid broeikasgassen die we uitstoten en daardoor de opwarming van de aarde veroorzaken. Te veel broeikasgassen in de lucht veranderen het klimaat, met grote gevolgen voor flora en fauna, oogsten en waterstanden. CO2 is het belangrijkste broeikasgas. Om dit een halt toe te roepen is het nodig om deze uitstoot te verminderen. De energietransitie is de overgang van energie uit fossiele energiebronnen naar duurzame energiebronnen.

Men wil dus de CO2-uitstoot fors verlagen, kolencentrales sluiten, hernieuwbare energieproductie stimuleren. Een economie zonder afval wordt gepromoot.

In het Klimaatakkoord (oktober 2019) staan afspraken met de sectoren over de manier waarop de klimaatdoelen kunnen worden gehaald. De volgende sectoren doen mee: de elektriciteitssector, de industrie, de gebouwde omgeving, de transsportsector en de landbouw.

Een omwenteling van groot formaat die op veel maatschappelijke vlakken zijn impact zal hebben. Het Rijk werkt in deze opgave samen met provincie, gemeenten, maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven en internationaal. Hiermee hoopt men op een breed gedragen en betaalbaar Klimaatakkoord.

In deze Milieuvisie is klimaat als afzonderlijk thema benoemd. Gemeente Bergeijk streeft naar een duurzame gemeente. Energiebesparing en opwekking duurzame energie moeten uiteindelijk leiden tot een energie neutrale gemeente.

De Metropoolregio Eindhoven (MRE) werkt net als de andere regio’s in het land aan een Regionale Energiestrategie (RES). In de RES staat de energieopgave van een regio centraal, met daarbij het potentieel voor duurzame opwekking en besparingen en de concrete plannen om de vraag en het aanbod bij elkaar te brengen. Het is tegelijkertijd een ‘bod’ aan het Rijk waarin is uitgewerkt hoe en in welke mate de regio bijdraagt aan de afspraken in het Klimaatakkoord. De RES vormt een bouwsteen voor de ruimtelijke plannen van gemeenten, provincies en Rijk (Gemeentelijke Omgevingsvisie, Provinciale Omgevingsvisie en Nationale Omgevingsvisie en bijbehorende plannen) waarin de integrale besluitvorming plaatsvindt. Bergeijk neemt als één van de 21 gemeenten deel aan dit proces om te komen tot een bod.
In het Klimaatakkoord is het genoemde doel om ten minste 35 TWh aan hernieuwbare energie op land te realiseren in 2030. Ook hier zullen decentrale overheden een rol in krijgen, al zal de invulling waarschijnlijk techniekneutraal zijn. Techniekneutraal betekent dat er geen specifieke techniek is voorgeschreven om het doel aan hernieuwbare energie op land te realiseren. De uitwerking van deze doelstelling van 35 TWh zal uitgevoerd worden in de regionale energiestrategieën (RES).

Om aan de ambitieuze doelstelling voor hernieuwbare energie op land te voldoen zullen windenergie en zonne-energie de komende jaren behoren tot de meest kosteneffectieve wijzen om hernieuwbare energie te produceren.

In de Kempen is de ambitie om samen te werken in hun ambitie om energieneutraal te worden al langer geleden vastgelegd in de Klimaatvisie van de Kempen (2009). De 5 Kempengemeenten hebben zich daarin ten doel gesteld om toe te werken naar energieneutraliteit. Trias energetica is de theoretische benadering erachter en gaat uit van een drietrapsbenadering: 1: beperk energievraag, 2: gebruik duurzame energie en 3: indien nodig, gebruik fossiele brandstoffen zo efficiënt en schoon mogelijk. Om de voortgang van de Klimaatvisie van de Kempen te monitoren, wordt begin 2020 de stand van zaken inzichtelijk gemaakt.

Op dit moment wordt intensief samengewerkt door de Kempengemeenten om beleid voor grootschalige wind –en zonne-energie in De Kempen te formuleren. Doel van het beleid is dat de initiatieven van initiatiefnemers die windmolens en zonnevelden in de Kempen willen realiseren getoetst kunnen worden aan de opgestelde regels volgend uit het beleid en gebaseerd daarop goed- of afgekeurd worden. Het beleid zal in 2020 worden voorgelegd aan de raad ter vaststelling.

Energietransitie

Uit de landelijke, regionale en sub-regionale opgaven volgt de opgave voor de gemeente. Iedere gemeente draagt bij aan de opgave van de regio en daarmee aan de landelijke en mondiale opgave.

Bergeijk heeft samen met de andere Kempengemeenten afgesproken om energieneutraal te worden. De ambitie “Bergeijk energieneutraal” heeft ertoe geleid dat er anno 2018 een programmaplan energieneutraliteit is gepresenteerd: BErgeijkENERGY. Het programmaplan bestaat uit concrete projecten.

In het programmaplan BErgeijkENERGY wordt beschreven, hoe Bergeijk invulling gaat geven aan het bereiken van de doelstelling Bergeijk energieneutraal. Ondanks alles wat er al gebeurd is om de doelstelling te realiseren, is het duidelijk dat er nog veel moet gebeuren. Met deze nieuwe programmatische aanpak ontstaat meer inzicht en overzicht in alle activiteiten die nodig zijn om energieneutraal te worden.

Het programmaplan BErgeijkENERGY geeft een totaaloverzicht aan plannen en projecten waarmee een energieneutraal Bergeijk wordt nagestreefd. We moeten daarbij concluderen dat ontwikkelingen om energie te besparen en op te wekken, snel gaan. Nieuwe kansrijke ontwikkelingen zullen leiden tot nieuwe projecten. We willen hierop kunnen anticiperen door ze mee te nemen in onze uitvoering. De afweging om nu activiteiten in te zetten om de energietransitie uit te rollen moet stroken met de mogelijkheden van nu en in de toekomst. Het programmaplan BErgeijkENERGY is daarom een levend document.

Daarnaast moeten we vaststellen dat de doelstelling gedeeltelijk ook niet 100% beïnvloedbaar is door de gemeente: technologische ontwikkelingen zijn moeilijk te sturen door overheid, gedrag van inwoners is slechts gedeeltelijk beïnvloedbaar. Om een impuls te geven aan de energietransitie, moet nadrukkelijk gekeken worden naar eigen mogelijkheden, ook in relatie tot een voorbeeldfunctie. Faciliteren in processen is een uitdrukkelijke rol van de gemeente om initiatieven te steunen en bevorderen.

Steeds zullen nieuwe inzichten ervoor zorgen dat programma’s en projecten worden gewijzigd, toegevoegd of afgevoerd. Jaarlijks wordt het programmaplan geëvalueerd en nieuwe projecten opgehaald en uitgewerkt. Hiermee wordt een nieuw jaarlijks uitvoeringsprogramma samengesteld.

Schaliegas

Bergeijk behoort tot de gemeenten waar mogelijk proefboringen naar schaliegas plaats kunnen gaan vinden. Bergeijk is sinds 2012 actief op dit dossier.

De gemeente Bergeijk maakt zich hard voor een schaliegasvrije gemeente. Schaliegas is geen vorm van duurzame energie. De gemeente Bergeijk heeft de ambitie energieneutraal te worden samen met de andere Kempengemeenten Bladel, Eersel, Oirschot en Reusel-de Mierden. De gemeente wil daarom focussen op de opwekking van duurzame energie en schaliegaswinning tegengaan. In juni 2018 heeft de Raad zich middels een motie wederom uitgesproken richting Kabinet, Minister en Tweede Kamer zich in te spannen om te voorkomen dat er op Bergeijks grondgebied naar gas geboord wordt.

In de Structuurvisie Ondergrond (gezamenlijke visie van de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK)) die op 8 juni 2018 is vastgesteld staat dat de winning van schaliegas wordt uitgesloten, ook na deze kabinetsperiode.

Klimaatadaptatie

In het Klimaatakkoord van Parijs (2015) erkennen de ondertekenende staten dat er nu al sprake is van schade door klimaatverandering en dat aanpassing daaraan (adaptatie) even belangrijk is als het tegen gaan van klimaatverandering (mitigatie). Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie bevat een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk dat de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen versnelt en intensiveert.
Uiterlijk in 2020 hebben alle overheden ruimtelijke adaptatie in hun beleid verankerd zodat Nederland in 2050 klimaatbestendig en water robuust is ingericht.

De Gemeente Bergeijk wil een klimaatbestendige en water robuuste ruimtelijke inrichting. Om dit te realiseren is een stresstest-light uitgevoerd. De resultaten van deze stresstest vormen de basis voor het voeren van regionale en lokale risicodialogen. Op basis van de resultaten uit de stresstest-light worden klimaatdialogen gevoerd met betrokkenen. Deze klimaatdialogen resulteren in een strategie en met oplossingsrichtingen. Waarna in het vervolgtraject de klimaatstrategie opgesteld wordt met als doel om uiterlijk in 2020 het klimaatbestendig en water robuust handelen te verankeren in het beleid van de Gemeente Bergeijk.

Water/riool

Het thema water en riolering is ook onder de aandacht in de uitvoering en beleidsinvulling via het vGRP (Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan). Door middel van het vGRP legt de gemeente vast wat zij wil bereiken en wat de rol van inwoners en bedrijven is ten aanzien van afval-, hemel-, en grondwater. Tegenwoordig een vanzelfsprekendheid maar belangrijk voor de gezondheid en welzijn van onze inwoners. In 2019 wordt gewerkt aan de actualisatie van het vGRP.

Uitvoering

Om uitvoering te geven aan de ambities uit de programma- en uitvoeringsplannen van Bergeijk om voor haar inwoners te zorgen voor een gezond, veilig en schoon Bergeijk heeft de gemeente verschillende instrumenten in handen. Hier onder volgt een overzicht van de instrumenten waarmee we uitvoeren, faciliteren en stimuleren.

Regelingen en verordeningen

De gemeente kan aanvullend op de bestaande wet-en regelgeving eigen regelingen en verordeningen opstellen om het beleid goed te kunnen uitvoeren. Een Algemene plaatselijke verordening (APV) regelt bijvoorbeeld de vergunning, ontheffing of instemming ter bescherming van het milieu, bijvoorbeeld op het gebied van geluidoverlast. De subsidieverordening Duurzame maatregelen is bedoeld om inwoners te stimuleren duurzame maatregelen te treffen bij hun woning.   

Omgevingswet

Een belangrijk instrument wat alle wetten bundelt en moderniseert in één wet voor de leefomgeving is de Omgevingswet. Vanaf 2021 treedt deze wet in werking. Veel gemeenten zijn al begonnen met het implementeren van de Omgevingswet. Zo ook Bergeijk.

Binnen de Omgevingswet stelt de gemeente een omgevingsvisie op. De omgevingsvisie heeft betrekking op alle terreinen van de fysieke leefomgeving. Een omgevingsvisie gaat in op de samenhang tussen ruimte, water, milieu, natuur, landschap, verkeer en vervoer, infrastructuur en cultureel erfgoed.

Het uitgangspunt voor veranderingen in de fysieke leefomgeving op gemeentelijk niveau is de gemeentelijke omgevingsvisie. Daarin staat het samenhangende, integrale langetermijnbeleid. In de omgevingsvisie legt de gemeente vast hoe ze de taken invult om haar ambities en beleidsdoelen te behalen. Hierin staat hoe het beleid doorwerkt en welke middelen ze daarvoor inzet. Deze milieuvisie zal input zijn voor de nog op te stellen omgevingsvisie.

Op basis van de omgevingsvisie wordt een omgevingsplan opgesteld. Het omgevingsplan bevat alle regels over de fysieke leefomgeving die de gemeente stelt binnen haar grondgebied. De normstelling t.a.v. het milieu kan hierin worden opgenomen.

Hoe staat dit in verhouding tot de Milieuvisie?
De thema’s uit de Milieuvisie zijn: gezonde, schone en veilige leefomgeving (externe veiligheid, bodem, lucht, geluid en geur), klimaat (zowel mitigatie als adaptatie) en afval. We zien dan dat deze thema’s allemaal in meer of mindere mate invloed hebben op de omgevingsvisie (wonen, werken, mobiliteit en landschap). Op termijn zal worden bekeken of de milieuvisie in de omgevingsvisie kan opgaan.

Vergunningsverlening

Op grond van regelgeving moeten burgers en bedrijven een vergunning, ontheffing of instemming aanvragen bij de gemeente wanneer zij bijvoorbeeld een milieubelastende activiteit willen gaan uitvoeren. De Omgevingsdienst Zuidoost Brabant (ODZOB) voert ook taken uit op het gebied van vergunningverlening.

Toezicht en handhaving

De inzet van toezicht en handhaving gebeurt op een transparante wijze en is voor iedereen gelijk, waarbij maatwerk mogelijk moet blijven. Het Meerjaren Handhaving Programma 2017 – 2020 (MJHP) geeft inzicht in wat de gemeente met toezicht en de handhaving voor de komende vier jaren wil bereiken, waarom de gemeente dat wil en hoe ze dat wil bereiken. Het beleidsveld van het MJHP is de fysieke leefomgeving: milieu, ruimtelijke ordening, brandveiligheid en APV.

Jaarlijkse wordt een Handhaving Uitvoeringsprogramma (HUP) opgesteld. Het doel van het HUP is het opstellen van een werkplan waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten de gemeente Bergeijk het komende jaar uitvoert, rekening houdend met de gestelde doelen in het MJHP en de daarin benoemde prioriteiten. Op het gebied van toezicht en handhaving voert de ODZOB taken voor ons uit.

Communicatie, participatie en voorlichting

Een schoon, veilig en gezond Bergeijk bereiken we alleen als we daar de inwoners bij betrekken. Geslaagd beleid hangt veel af van het draagvlak onder de inwoners. Het is dan ook belangrijk dat bij alle planvorming wordt nagedacht hoe en op welke manier we de burgers van Bergeijk daarbij betrekken. Het doel dat we willen bereiken is bepalend voor de mate van inzet van middelen en tijd als communicatie, participatie en voorlichting. Bijvoorbeeld betrokkenheid bij de energietransitie ga je niet alleen bereiken door te informeren middels social media. Mensen zullen actief moeten worden betrokken in deze omwenteling door een participatietraject in de eigen buurt.

Financiën

Voor de uitvoering van de plannen is budget gereserveerd. Grotendeels gebeurt dit via de reguliere begroting. Daarnaast is er om extra prioriteit aan verduurzaming te geven een reserve duurzaamheid. Aangezien plannen, inzichten, uitvoering en techniek snel gaan op dit thema kunnen we op deze manier snel schakelen om bij goede initiatieven aan te haken.

De afvalstoffenheffing ten slotte zorgt ervoor dat we onze taak op het gebied van huishoudelijk   afval goed kunnen uitvoeren. Uit het vaststellen van de Kadernota Grondstoffen zullen uiteindelijk een aantal nieuwe ontwikkelingen volgen. Als blijkt dat hiervoor grotere investeringen nodig zijn dan zullen we bij de raad terugkomen.

Verslaglegging en evaluatie

Jaarverslag handhaving (maart- april)

Jaarlijks wordt verslag gedaan van de uitgevoerde vergunning-, toezicht- en handhavingswerkzaamheden (jaarverslag handhaving). Dit rapport wordt aangeboden aan het college en de Raad. Het opstellen van een dergelijk jaarverslag (en in Bergeijk dus verwerkt in het jaarverslag handhaving) is een verplichting die volgt uit de Wet milieubeheer (artikel 21.1). Hier gaat het om het jaarverslag met betrekking tot de wettelijke taken t.a.v. vergunningverlening, toezicht en handhaving (de hoofdstukken 8, 13 en 18 en paragraaf 14.1 van de wet milieubeheer).

Milieujaarverslag (mei)

De Milieuvisie wordt gekoppeld aan een Milieujaarverslag dat aangeboden wordt aan de raad in het voorjaar. In het milieujaarverslag wordt verantwoording afgelegd van thematieken zoals die in deze milieuvisie zijn vastgelegd en wordt er een korte update gegeven van de projecten en resultaten die daaruit voortgevloeid zijn. Aanpassingen of grote ontwikkelen zullen te allen tijde aan de raad worden voorgelegd door middel van een raadsinformatiebrief of raadsvoorstel.

Evaluatie BErgeijkEnergy (oktober-november)

Het programmaplan BErgeijkENERGY kent een eigen cyclus. Door nieuwe inzichten zullen programma’s en projecten in BErgeijkENERGY worden gewijzigd, toegevoegd of afgevoerd. Jaarlijks wordt het programmaplan geëvalueerd en nieuwe projecten opgehaald en uitgewerkt. Hiermee wordt een nieuw jaarlijks uitvoeringsprogramma samengesteld. Deze evaluatie inclusief het vernieuwde uitvoeringsprogramma wordt aan de raad aangeboden in het najaar.

De voortgang van de klimaat- en energieprojecten en met name de resultaten die we halen op het gebied van duurzame energie en CO2-uitstoot zullen dus zowel in het milieujaarverslag (voorjaar) als de evaluatie Bergeijk Energy (najaar) gebaseerd zijn op de dezelfde gegevens uit de Klimaatmonitor van het jaar daaraan voorafgaand.