We streven ernaar onze bedrijventerreinen vitaal te houden, van hoge ruimtelijke kwaliteit en passend bij de vraag en schaal van de dorpen.

In de Kempische bedrijventerreinenafspraken 2020 zijn daarvoor 4 actielijnen opgenomen:

  1. Borging en bevordering van de toekomstige kwaliteit en aantrekkelijkheid van bedrijventerreinen
  2. Realiseren van toekomstig aanbod (grote en kleine kavels)
  3. Verduurzaming en vergroening van bedrijfspanden en bedrijventerreinen
  4. Samenwerking tussen gemeenten en ondernemers

Hoe willen we dat bereiken?

Omdat we vast kunnen stellen dat onze bedrijven erg honkvast zijn, is het belangrijk om lokaal in uitbreidingsruimte te voorzien. Volgens geluiden uit de markt zullen deze uitbreidingen snel vol zijn. Nieuwe uitbreidingen liggen dan voor de hand, maar ook het creëren van schuifruimte door verplaatsingen van grote bedrijven kan ruimte vrijspelen voor lokale (kleine) bedrijvigheid.

We krijgen verschillende vragen over de huidige (vanuit provinciaal beleid opgelegde) grens van maximaal 5.000m2 voor bedrijfskavels. We willen ruimte bieden aan reeds bestaande bedrijven die vanwege schaalvergroting of groei van hun bedrijf behoefte hebben aan lokale ruimte voor hun bedrijvigheid. We willen in dat soort gevallen minder strikt vasthouden aan de 5.000m2-grens. Hier verbinden we wel voorwaarden aan. 

Op de eerste plaats dient iedere uitbreiding een kwaliteitsversterking voor natuur, milieu, klimaatadaptatie en/of landschap te betekenen. Ten tweede willen we bestaande grootschalige bedrijvigheid niet op een kleinschalig terrein laten uitbreiden. Dat betekent dat bedrijvigheid groter dan 5.000m2 eigenlijk alleen op de goed ontsloten, relatief grote bedrijventerreinen mogelijk is. Daarbij wordt de ruimte die boven de 5.000m² nodig is ingezet op al bestaande percelen. Per saldo komt er dus geen extra bebouwd oppervlak op bedrijventerreinen bij als een bestaand bedrijf groeit.

Naast het bovenstaande draait het op de bedrijventerreinen niet alleen om groter groeiende bedrijven. Aanwezige bedrijven onder de 5000m² moeten er ook goed vooruit kunnen en er moeten mogelijkheden zijn voor starters die hierbij kunnen helpen. Daarom willen we ondersteunende faciliteiten, zoals de oprichting van een bedrijfsverzamelgebouw faciliteren.

Nieuwe, grootschalige bedrijvigheid, zoals grootschalige logistieke bedrijven, is echter in Bergeijk niet gewenst.

Waar willen we dat?

Per kern kan het beleid voor de bedrijventerreinen wisselen. Voorop staat dat we passend bij de schaal en aard van de bedrijventerreinen uitbreidingen willen faciliteren, zolang dat geen negatieve gevolgen heeft voor het buitengebied of onze kernkwaliteiten. Uitbreidingen in Bergeijk, Westerhoven en Luyksgestel zijn ook ruimtelijk nog wel voorstelbaar. In Riethoven dienen we op zoek te gaan naar maatwerk bij aanvullende vraag en in de Weebosch is in de huidige situatie nauwelijks bedrijventerrein beschikbaar en dat blijft naar verwachting zo. 

Een kanttekening bij deze lokale insteek over bedrijventerreinen is dat we ook regionaal afstemming zoeken. Naar aanleiding van de Kempische bedrijventerreinenafspraken uit 2020 zijn we op Kempenniveau bezig om de ambities en doelstellingen voor (nieuwe) bedrijventerreinen in kaart te brengen .

Naast vestiging op bedrijventerreinen is er ook op plekken in het buitengebied ruimte voor bedrijvigheid. Dat betreft de omschakeling van vrijkomende agrarische bedrijven (VAB’s) naar een andere functie onder de voorwaarde dat deze omschakeling bijdraagt aan het versterken van de kwaliteiten van het vitaal buitengebied. Deze plekken zijn geschikt voor kleinschalige bedrijvigheid met geringe effecten op de omgeving.