Samen met alle betrokkenen (burgers, bedrijven, belangenorganisaties waaronder onze dorps- en kernraden, ketenpartners etc.) willen wij werken aan een veilige, gezonde en duurzame woon- en leefomgeving voor iedereen. Wij hanteren daarbij, zoals de Omgevingswet voorschrijft, het voorzorgsbeginsel, het beginsel van preventief handelen, het beginsel dat milieuaantastingen bij voorrang aan de bron bestreden moeten worden en het beginsel dat de vervuiler betaalt.

We werken hieraan door bij de besluiten die we als bevoegd gezag nemen, maar ook bij ontwikkelingen waar we zelf als ontwikkelende partij aan de lat staan, te zorgen dat de veiligheid en gezondheid van de leefomgeving aanvaardbaar zijn en blijven. Hier komt het voorzorgsbeginsel naar voren: ontwikkelingen met een onaanvaardbare negatieve impact sluiten we op voorhand uit. Daarnaast willen wij initiatiefnemers van alle ruimtelijke ontwikkelingen vragen om een bijdrage te leveren aan klimaatadaptatie, natuurontwikkeling, versterking van het landschap en/of de cultuurhistorische kwaliteiten van de bebouwde en onbebouwde omgeving. Hieruit blijkt het beginsel dat milieuaantastingen bij de bron bestreden moeten worden en dat de vervuiler (degene die een eventuele negatieve impact realiseert) betaalt. Maatregelen aan de bron zijn in de meeste gevallen de krachtigste manier om de negatieve gevolgen te beperken en hebben daarom de voorkeur. De kosten voor het beperken van de negatieve gevolgen of het vergoeden van nadeel zijn in principe voor de vervuiler/verstoorder.

Van opgaven naar koers

Voor alle drie de opgaven hebben we een koers die we als gemeente willen varen gedefinieerd. Hierbij houden we rekening met de centrale opgaven die op ons afkomen. De structuur van de koers is hetzelfde. We hebben een koers gedefinieerd voor: